‘We moeten terugkeren naar België,’ zeg ik tegen N., de huisbazin, ‘mijn grootvader is overleden.’ Ze condoleert me en vraagt voorzichtig of het el maldito virus was. Ik zeg van niet en wil wat meer vertellen, maar ik ken het Spaanse woord voor ouderdom niet. Wat later overhandigt ze me een bundel papieren vanuit haar auto, ze draagt een mondmasker en handschoenen. Het zijn documenten van de Nederlandse en Belgische ambassade, twee formulieren om door Frankrijk te rijden en de overlijdensakte van mijn grootvader om onze verplaatsing binnen België ‘essentieel’ te maken. De oversteek van Palestina naar Israël vereiste minder documenten.
Tijdens mijn laatste wandeling door het uitgestorven Jerez neem ik afscheid van de ooievaar op de kerktoren en beloof hem dat we terugkomen. Ik denk niet dat hij op me zal wachten. Ondertussen lees ik in El Mundo dat de Spaanse regering overweegt om hotels en restaurants gesloten te houden tot kerstmis. Hoe realistisch het is, weet ik niet, maar dat het in de krant staat is een slecht voorteken.
De rit van Jerez naar Tongeren duurt 22u. De overnachting in het enige open weghotel in Frankrijk levert een cultuurshock op: receptionisten zonder mondmaskers of handschoenen, mensen die amper afstand houden. Wat een verschil met de bogen die we om elkaar heen dansten in de smalle Spaanse straten.
Bij aankomst kan ik mijn vader niet omhelzen, mijn grootmoeder herkent me amper door mijn mondmasker. We nemen afscheid van mijn grootvader met ongeveer 15 mensen en tikken met onze hand op ons hart als condoleance. De kerkstoelen staan anderhalve meter uit elkaar. Het voelt buitenaards: rouwen doe je niet op afstand, maar in elkaars armen, met snot en tranen.
Als we de kerk uitkomen hult de zon ons onmiddellijk in warmte, even verderop fluit een koolmees zijn vrolijke lied. Het doet bijna Spaans aan, maar de details kloppen niet: er zijn geen sinaasappelbomen met hun geurige bloesems, geen Spaans gekwaak uit ramen, geen ingepakte vuilnisbakken, geen mensen met mondmasker. En geen ooievaarsnest op de kerktoren.
De 32 dagen lockdown hebben dat soort details omgedoopt tot grootse belevenissen. Het zijn mijn herinneringen aan Spanje.