Lockdown

Lockdown, dus. 

Maandag begint het officieel, maar zaterdag om 15u moest alles al dicht – behalve voedingswinkels en apotheken. De loterijverkopers van El Gordo verdwenen uit het straatbeeld, terrassen werden naar binnen gesleept en de Semana Santa-processies werden een voor een afgelast. Speeltuinen werden afgezet met politielint: nadat de scholen in Madrid sloten, begonnen gezinnen massaal te picknicken in de speeltuinen. Het leven is hier, zo blijkt eens te meer, op buiten gericht.

Op tv kijk ik naar een lange persconferentie met premier Sánchez waarin hij vragen van journalisten en burgers beantwoordt. Hij heeft veel kritiek gekregen omdat hij het virus onderschat zou hebben, maar nu komt hij goed over: met kalme flair legt hij de maatregelen uit, geeft concrete voorbeelden en herhaalt voortdurend dat het pijn zal doen maar dat er geen andere opties zijn. Morgen zal op de voorpagina van de kranten paginagroot ‘Este Virus, La Paramos Unidos’ staan (‘Dit virus verslaan we samen’). Alle zeilen worden bijgezet, het leger wordt opgetrommeld, wegen worden afgezet – deze storm, we zullen ‘m voelen.

Wat een verschil met die lachende hansworst die mijn thuisland regeert en met een relativistisch toontje over de pandemie spreekt. Het ironische toppunt was het prijzen van de ‘nationale nuchterheid’ terwijl mensen supermarkten leeg hamsterden. Hier is alleen het vlees uitverkocht. Sommige leiders bloeien op van crises, anderen worden er door ontmaskerd. 

Vanmiddag maakten mijn vriendin en ik onze laatste wandeling als duo. Vanaf morgen is dat niet meer toegestaan, vertelde de luidspreker van een patrouillewagen ons, alleen nog solobezoeken aan voedingswinkels en apotheken. Je mag naar je werk als je écht niet thuis kan werken.

De stad was uitgestorven, het gefluit van vogels verving het normale Spaanse gekwaak. Boven op een kerktoren had een ooievaar een nest gebouwd, hij klepperde luid. Mussen haastten zich luidruchtig van boom naar boom. Ik vind de vogels slechte winnaars; ze zijn arrogant in hun overwinning, fluiten recht in ons gezicht dat de stad nu van hen is.

Sinds half februari reis ik, samen met mijn vriendin, door Spanje. De komende (en hopelijk korte) tijd deel ik wat notities over Spanjes strijd tegen COVID-19. Op dit moment verblijven we in Jerez de la Frontera, in Andalusië.